Geschiedenis van de contrabas

Een jong instrument

Geschiedenis van de contrabas: de begintijd

De contrabas wordt beschouwd als een afstammeling van de snaarinstrumenten uit de 15de eeuw in Europa. Hij werd daarom een bas viool genoemd – al zijn de verhoudingen anders dan bij een cello of viool. Een viool heeft geen afhangende schouders, zoals veel contrabassen hebben en de contrabas is dikker dan cello en viool. De eerste contrabassen lijken vooral op de violone, het grootste lid van de viol familie. Hij wordt in kwarten gestemd, i.t.t. de viool (die in kwinten wordt gestemd). Eigenlijk weet niemand zeker hoe de contrabas is ontstaan, al zijn er meerdere theorieën over. Waarschijnlijk is het een samenraapsel van ideeën over de snaarinstrumenten van destijds.

Geschiedenis van de contrabas

Bas Viola da Gamba

Bass violone

Violone

Da Salo en Amati

De eerste Italiaanse werkplaatsen waar contrabassen werden gemaakt, waren in Brescia, denk aan de beroemde contrabasbouwer Gasparo Da Salo, 1540-1609, en Cremona, denk aan de Andrea Amati 1505 – 1577 en zijn zoons Antonio en Gerolamo. De beroemdste Amati, Nicolo, was een neef van Andrea.

da Salo

Gasparo da Salo

Nicola Amati

Nicolo Amati

Snaren en stemmingen

In het begin van de 16de eeuw werden er instrumenten gebouwd die qua uiterlijk lijken op de contrabas, maar die onderling behoorlijk verschilden van elkaar, zowel wat de hoeveelheid snaren – meestal 3 tot 7 snaren – als wat de stemming betreft.
In 1542 ontwikkelde Silvestro Ganassi een instrument dat als de voorloper van de contrabas wordt beschouwd. Het had 6 snaren en was gestemd in D2, G2, C3, E3, A3, D4. Het had hangende schouders en fretten.

Ganassi

Silvestro Ganassi

24 Violons du Roi

In de 16de en 17de eeuw had de contrabas nog geen vaste plaats in het orkest. Wel maakte vanaf het einde van de 17de eeuw 6 ‘basses de violon’ deel uit van de ’24 Violons du Roi’, de 24 violen van de koning, een beroemd orkest dat twee eeuwen lang speelde bij allerlei koninklijke gelegenheden en toonaangevend was in Europa. De ‘basse de violon’ was een grote, lage viool, vergelijkbaar met het formaat van de contrabas. Het instrument wordt niet meer gebruikt.

24 Violons du Roi

Les 24 violons du roi

Verbeterde snaren en stemmechanieken

In de 17de eeuw gingen snaarmakers de darmsnaren bedekken met koper. Hierdoor werden de snaren minder dik en zwaar, wat contrabas spelen een stuk makkelijker maakte. En Carl Ludwig Bachman uit Berlijn bedacht stemmechanieken van metaal (i.p.v. hout), zodat de contrabas snaren veel beter gestemd konden worden. Zonder deze twee uitvindingen was de geschiedenis van de contrabas waarschijnlijk een stuk korter geweest.

Drie snarige contrabassen

In het midden van de 18de eeuw hadden contrabassen drie snaren en dat bleef zo tot vlak voor de twintigste eeuw. De contrabassen met drie snaren hadden meer power en een duidelijker geluid. Stemming: A1, D2 en G2. Ook G1, D2 en A2 bestond, naast G1, D2 en G2. De beroemde 19de eeuwse componist en virtuoze contrabassist Giovanni Bottesini (1821 – 1889) speelde bijvoorbeeld op een driesnarige contrabas.

Three Strings Double Bass

Drie snarige contrabas

Bottesini

Giovanni Bottesini

De bijdrage van Domenico Dragonetti
Dragonetti

Tot het einde van de 18de eeuw werd de contrabas vooral bespeeld door musici met weinig talent, wat componisten niet bepaald inspireerde om het instrument serieus te nemen. Dit veranderde toen Domenico Dragonetti (1763 – 1846) ten tonele verscheen. Dragonetti is er verantwoordelijk voor dat de contrabas een vaste plek kreeg in het orkest. Hij was zo goed en beroemd, dat dirigenten hem naast de eerste viool lieten zitten, waar hij een spectaculaire show verzorgde. Hij mocht naar believen cello- en vioolpartijen spelen.

De Octobas

octobass

In de 19de eeuw werd nog steeds geëxperimenteerd met de afmeting, de vorm en de hoeveelheid snaren van de contrabas. Een bijzondere creatie is de Octobas uit 1849 van Jean-Baptiste Vuillaume, een enorm monster dat door twee musici bespeeld moest worden.

4 snaren

Vanaf 1830 kwamen er ook contrabassen met 4 snaren. Die hadden een groter bereik, maar ook een zachter geluid qua volume en timbre. Om dat op te vangen kwamen er meer contrabassen in het orkest. Pas eind 19de en begin twintigste eeuw vond het instrument zijn definitieve vorm.

Jazz

Vanaf 1900 maakte een nieuwe stijl veelvuldig gebruik van de contrabas: de jazz. In de vroegste looporkesten van New Orleans, speelden tuba’s of sousafoons de baslijnen, maar toen de bands op andere (vaste) plekken dan in hoerenkasten of café’s gingen spelen, werd de contrabas het gewilde basinstrument.

marchingband

New Orleans Marching Band

Een aantal voorlopers

Geschiedenis van de basgitaar.

Vond je de geschiedenis van de contrabas interessant? Naar de volgende Baspagina.